Bepaalde LED-armaturen werken op stroom (bv. 350mA, 500mA, 700mA en 1050mA) in plaats van op spanning (110V of 230V). Deze hebben een continue stroom nodig. Om de 230V netspanning om te zetten in de nodige stroom heb je een aparte voeding nodig, een stroomgestuurde voeding. (link not working)
Moeten in serieschakeling
Stroomgestuurde LED’s mogen nóóit onder spanning worden aangesloten en dienen altijd in serie geschakeld te worden. Bij serieschakeling is er slechts één stroompad. De stroom komt binnen via de + en verlaat de spot via de - om vervolgens door te gaan naar de volgende spot. De stroom gaat in één richting rond tot alle spots voorzien zijn van stroom.
De externe voeding die je installeert, dient te worden afgestemd op het aantal spots en hun vermogen. De spanning verdeelt zich gelijkmatig over de verschillende spots bij een constante stroom.
Voorbeeldopstelling
Aan de hand van volgend voorbeeld wordt het allicht iets duidelijker. Stel, we willen drie LED-spots installeren met elk een vermogen van 6W (AB 38007-350). De spots hebben elk een continue stroom van 350mA nodig.
Vereiste spanning LED-spot berekenen
Op basis van de formule voor elektrisch vermogen kunnen we de spanning die elke LED-spot apart nodig heeft, berekenen. Het vermogen is gelijk aan het product van de spanning en de stroomsterkte.
Formule voor elektrisch vermogen:
Wanneer we de formule vervormen, kunnen we de spanning per spot berekenen:
Elke afzonderlijke LED-spot heeft een spanning van 17,14V nodig om 350mA constant te behouden. De drie spots hebben dus een totale spanning van 51,43V (= 3 x 17,14V) nodig. De totale spanning van de spots moet binnen het outputbereik van de voeding liggen.
Een 350mA LED-voeding met een output van 40 tot 58V, is bijvoorbeeld geschikt voor deze drie spots. Deze voeding heeft een minimum outputspanning van 40V en een maximum outputspanning van 58V. De totale spanning vereist voor de spots mag niet onder of boven het outputniveau van de voeding komen.
Voeding geeft te veel spanning voor aantal spots:
Wanneer je bijvoorbeeld maar één van deze 3W spots aansluit, heb je een totale spanning van slechts 17,14V nodig. Dit ligt onder de 40V minimumspanning van de voeding. De spot zal in dit geval stukgaan aangezien de spot een te hoge spanning krijgt.
De gehele kring spots moet altijd in een keer getest worden. Wanneer de installateur de voeding test met elke spot apart, krijgt de spot die slechts 17,14V nodig heeft, onmiddellijk de 40V minimumspanning. 40V is te veel voor de betreffende spot, deze zal bijgevolg stukgaan.
Voeding geeft te weinig spanning voor aantal spots:
Wanneer je acht van deze 6W spots aansluit op deze voeding, heb je een totale spanning van 137,14V (= 8 x 17,14V). Dit ligt boven de maximumspanning van de voeding. De LED-spots zullen in dit geval niet hun volle lichtrendement halen. Bekijk dit als spots die gedimd branden.
Minimum en maximum aantal LED-spots op voeding:
Op deze 350mA voeding (40 – 58V) dien je minimum drie van deze 6W LED-spots te installeren. Het maximum aantal van deze 6W spots op deze voeding is drie. Wanneer je meer spots wenst te installeren, dien je een voeding met een hogere output te installeren.
Stroomgestuurde LED-spots nooit onder spanning aansluiten
Bij het aansluiten van de stroomgestuurde LED-spots mag de LED-voeding nóóit onder spanning staan! Op die manier loop je het risico dat de LED’s stukgaan. In dit geval ben je ook de garantie op je spots kwijt. Bij twijfel doe je best beroep op een professioneel elektricien.
Wanneer je de LED-voeding vooraf onder spanning zet, gaat deze op zoek naar de hoeveelheid spanning die hij moet verdelen. Wanneer er geen spots op de voeding zijn aangesloten, gaan de meeste voedingen opbouwen tot de maximum outputspanning.
Als er vervolgens een LED-spot op de voeding wordt aangesloten, krijgt die onmiddellijk de maximum outputspanning te verwerken. Als die outputspanning hoger is dan de maximale spanning van de LED-spot, zal de LED stukgaan. Een fractie van een seconde is hiervoor genoeg.
Het is dus extreem belangrijk om tijdens het aansluiten van je LED-spots de spanning op je voeding uit te schakelen.
Foute aansluiting:
Stel, een 350mA voeding staat onder spanning. Als vervolgens de 6W LED-spot wordt aangesloten, krijgt deze de volledige 49V spanning te verwerken. De maximumspanning van deze 6W spot is slechts 17,14V (= 6W / 0,35A), de LED zal bijgevolg stukgaan.
Je dient vooraf alle LED’s aan te sluiten, alvorens je de voeding onder spanning zet. Op die manier kan de voeding opbouwen naar het nodige spanningsniveau.
De voeding mag enkel op de primaire kant geschakeld worden, d.w.z. voor de 230V netspanning binnenkomt. Anders zal de LED net als hierboven beschadigd worden.
Beveiligde LED-voedingen:
Er bestaan voedingen die tegen bovenstaand fenomeen beveiligd zijn. Wanneer dit soort voeding onder spanning staat en er geen spots zijn op aangesloten, zal de voeding niet zijn maximumoutput geven. In plaats daarvan zal de voeding geen spanning verdelen.
De voeding zal pas spanning verdelen wanneer de LED-spots zijn aangesloten en de voeding vervolgens wordt heropgestart.